top of page

De Fichesbak #50

  • Tony De Rijck
  • Oct 29, 2024
  • 5 min read

Updated: Oct 30, 2024

Tony De Rijck


ree

Heinrich Böll, Brieven uit de oorlog 1939-1945 (Arbeiderspers, 2007)

 

-        “Het is krankzinnig dat mensen zulke kwellingen (van brullende opleiders in kazernes) moeten ondergaan voordat ze voor het vaderland mogen sterven... donkere bedompte gebouwen, doods en glansloos en volkomen onopgesmukt, zonder muziek en kleur en zonder alles wat een mens blij kan maken; daarbinnen is niets.” (p.114)

-        “De massa is, als elementaire klomp beschouwd, toch een wreed en karakterloos gewrocht, terwijl de individuen als mens bijna allemaal sympathiek zijn.” (p. 225)

-        “Alles wat Duitsland ontsiert, haat ik mateloos, en dat is helaas vaak het geschreeuw van hen die Duitsland vertegenwoordigen; maar ik hou van Duitsland.” (21 maart 1943, aan het Kanaal)

-        “Haast om de 3 uur – werkelijk luguber – passeren ons, heel langzaam en voorzichtig en heel erg stil in tegengestelde richting lange treinen met gewonden; er moeten ginds aan het front krankzinnige veldslagen plaatsvinden.” (10 november 1943, in het Oosten, Rusland) (p. 281)

-        “De oorlog is wreed, slecht en verschrikkelijk; als dieren hurken we in onze kuilen en wachten, wachten gespannen op het vuur dat ons vaak met zwaar geschut overlaadt... wanneer ik me dicht en vast tegen de zwarte Russische aarde aan druk om mijn leven te beschermen tegen de dood door een kogel, dan vind ik het raadselachtig triest dat moeders hun zonen de oorlog in moeten laten gaan. Maar ik weet zeker dat mij niets zal overkomen.” (19 november 1943, de Krim) (p. 283)

-        “Van de velen die al 2 jaar in Rusland zijn, zijn er nog geen 30% ooit 3 dagen aan het front geweest.” (3 februari 1944) (p. 296)

-        “Positieve verschijningen zijn de vele Vlamingen die hier bij de operatie Todt werken, het zijn aardige bescheiden lieden, echt plezierige mensen; ik word steeds heel aangenaam getroffen als er bij ons iemand verschijnt met onmiskenbaar Nederlandse keelklanken, ik denk dan altijd aan Antwerpen, die mooie stad, die ik zo vaak heb mogen bezoeken.” (p. 285)

-        “God geve dat er een einde komt aan deze krankzinnige oorlog en dat Duitsland wint; de Fransen hebben weer iets gemeens verzonnen... de uitwerking is echt enorm, ze schrijven gewoon ‘1918’ op de muren.” (19 januari 1942) (p. 295)

-        “Is het niet een onbeschrijflijk harde en geheimzinnige wet dat alle mannen – zelfs de meest vreedzame – moordenaars moeten worden als de wet het beveelt?” (p. 299)


ree

Eric Min, Een schilder in Parijs. Henri Evenepoel (1872-1899) (De Bezige Bij, 2016)

 

-        In de Notre-Dame spoelen de verworpenen der aarde elke dag weer aan: bedelaars en kreupelen, schooiers en pooiers, werkloze schippers en moeders met kinderen. Er hangt een zure geur van miserie en stof. Af en toe jaagt een kerkwachter, die ook hier een suisse heet, de mensen naar buiten, maar meestal mogen ze blijven zitten. De arme stumperds stromen samen rond de verwarmingsroosters. Om 5 uur in de namiddag moet iedereen buiten. Tot de nachtopvang zijn deuren opent, kan het dolen weer beginnen.” (p. 70)

-        “Een kunstenaar kan zich enkel permitteren om er sjofel bij te lopen als hij al wat naam heeft gemaakt.” (p. 241)

-        “Overdag is het snikheet en elke avond breekt de hel los – het klimaat is op hol geslagen. Terwijl de regen met bakken uit de hemel valt, leunt Henri met zijn voorhoofd tegen de schoorsteenmantel of houdt hij zijn handen onder de kraan, op zoek naar wat koelte. In de krant heeft hij gelezen dat er nooit meer onweders waren dan in 1897 en dat de temperatuur in juni 7 graden boven het gemiddelde ligt sinds de metingen in 1800 zijn begonnen.” (p. 298)

      

ree

Jonathan Safran Foer, Extreem luid & ongelooflijk dichtbij

 

-        “Ik las in National Geographic dat er nu meer mensen leven dan er in de hele geschiedenis van de mensheid zijn doodgegaan.” (p. 15)

-        “Toen het Empire State Building in gebruik werd genomen, was het zo moeilijk om huurders te vinden dat de New Yorkers het ‘het Empty State Building’ noemden.” (p. 266)

-        “Soms lig ik ‘s nachts uren wakker omdat ik probeer me te herinneren hoe mijn moeders gezicht eruitzag.” (p. 328)

-        “Hoe kun je ‘ik hou van je’ zeggen tegen iemand van wie je houdt?” (p. 334)

 

ree

De lage landen (augustus 2024)

 

-        “Goropius Becanus was ervan overtuigd dat het Nederlands (en meer in het bijzonder het Antwerps) de oudste taal ter wereld was. In het paradijs zou door Adam en Eva Nederlands gesproken zijn.” (René Van Stipriaan, p. 78)

-        “Er was een voorvechter van het gebruik van het Nederlands in de wetenschap: de wiskundige en uitvinder Simon Stevin... hij probeerde door uitvoerige taalvergelijkingen te bewijzen dat het Nederlands alle andere talen overtrof in helderheid, zeggingskracht, kortheid, en in de mogelijkheden tot nieuwvorming... In zijn boeken ontwikkelde hij een geheel nieuw Nederlands jargon van wiskundige begrippen. ‘Driehoek, rechthoek, middellijn, delen, wiskunde’ werden door hem bedacht.” (René Van Stipriaan, p. 80)

-        “Van de Borinage stapte hij naar de gemeente Sint-Maria-Horebeke in de Vlaamse Ardennen, waar hij de schilderende dominee Abraham van der Waeyen Pieterszen ontmoette. Heeft deze man een rol gespeeld in van Goghs ontluikende kunstenaarschap? Het boek ‘De vergeten voettocht van Vincent van Gogh’ door Deweer waaiert van de schilder uit naar de teloorgang van de Geuzenhoek (de protestantse kerkgemeente in Sint-Maria-Horebeke).” (p. 141)


ree

Björn Soenens, De laatste walvis: Het ongezouten verhaal van Amerika (Arbeiderspers, 2024)


-        “Onderwijzend personeel in de VS is bang voor klachten van woeste ouders en ze vrezen voor hun baan als ze te kritisch over de geschiedenis berichten. Sommigen censureren zichzelf in de klas. Boeken over de Holocaust, slavernij of racisme worden op lijsten van verboden boeken geplaatst.” (p. 20)

-        “Een leugen die je 1 keer vertelt, blijft een leugen. Een leugen die je 1000 keer vertelt, wordt de waarheid.” (p. 23)

-        “Levi Strauss verkocht broeken gemaakt van tentdoek. De geboorte van de spijkerbroek. Van het stugge canvas stapt Levi Strauss over op een sterke katoenstof uit Frankrijk: denim. Denim verwijst naar Nîmes, ‘de Nîmes’.” (p. 101)

-        “‘Jeans’ was een verbastering van ‘Genua’, de Italiaanse stad waar de stof voor het eerst werd geweven.” (p. 101)

-        “Volgens verschillende studies waren er onder de cowboys flink wat homoseksuelen. Het was een mannenwereld, zonder vrouwen.” (p. 108)

-        “Amerika heeft nog altijd een haat-liefdeverhouding met de inheemse Amerikanen. Amerikaanse gevechtshelikopters dragen zonder uitzondering indianennamen: Apache, Blackhawk, Chinook...” (p. 108)

-        “Amerika blijft overal in de wereld opvallend present, met zo’n 800 militaire bases in meer dan 80 verschillende landen. Contact met de lokale bevolking is vaak beperkt tot prostituees, die in ruil voor wat dollars bij de Amerikanen op schoot komen zitten.” (p. 129)

-        “De gemiddelde rijkdom van een wit gezin is 9 keer groter dan een zwart gezin.” (p. 155)

-        “Zo’n 10 000 militairen hadden tegen het einde van de oorlog een ‘blauw briefje’ gekregen omdat vermoed werd dat ze homoseksueel waren. Hun werden de voordelen van gratis studeren en goedkoop lenen ontzegd. Homo’s waren al wel vaker het doelwit van discriminatie. De beruchte communistenjager Joseph McCarthy probeerde ook homo’s weg te zuiveren uit overheidsbanen.” (p. 218)

-        “Er is een rechtstreekse connectie tussen de Amerikaanse eugenetica van de jaren 20 van de vorige eeuw en de eugeneticaprogramma’s van de nazi’s zo’n 15 jaar later. Meestal wordt dit niet in de geschiedenisboeken van de VS vermeld.” (p. 489)

Onze sponsors:

  • Facebook
  • white-globe-hi

© 2024, Oonah Duchateau

bottom of page