De Karmelietensfeer, aan de hand van een voorbeeld uit het verleden
- Karll Roeland
- Oct 29, 2024
- 3 min read
Karll Roeland
Voor de huidige Karmelieters is het misschien vreemd om zich voor te stellen dat er in een nog niet zo ver verleden paters Jozefieten waren die deel uitmaakten van het leerkrachtenkorps. Nog meer zelfs, er was een tijd dat alle lessen in het Karmelieten verzorgd werden door religieuzen.
In de jaren ’80 (van de vorige eeuw dus) kregen wij nog les van enkele paters en was er ook sprake van ene pater Gerulf, beter gekend als ‘den boef’. Dit laatste moet gezien worden in de tijdsgeest: het was toen bon ton dat leerlingen hun lesgevers een bijnaam gaven. Pater Gerulf was ook algemeen gekend als de sportpater die samen met een team collega’s de drijvende kracht was achter de deelname van de leerlingen van ’t Karmelieten aan sportwedstrijden. Veel successen werden behaald in diverse sportdisciplines!
Pater Gerulf was zeer gedreven, ja zelfs fanatiek als het erop aankwam om de sportieve eer van ’t Karmelieten te verdedigen. Sportievelingen hadden toch wel een streepje voor, maar hij kon ook heel streng zijn. Persoonlijke anekdote: als ik eens niet kon meespelen met het volleybalteam wegens een vingerbreuk, liet hij mij toch nog eens proberen. “Met een beetje tape zal het wel lukken” … niet dus, en pater Gerulf boos! Andere uiting van zijn strengheid: wie het te bont maakte in zijn speelzaal, vloog stante pede buiten en kreeg meestal ook nog een ‘par coeur’ aangesmeerd. Men moest dan bijvoorbeeld een gedicht uit het hoofd leren.
Ik meen echter te mogen zeggen dat die strengheid bij de meesten onder ons niet is blijven hangen, integendeel. Pater Gerulf kon rekenen op ons respect, niet in het minst omdat hij ook de typische Karmelietensfeer uitstraalde. Een voorbeeld bij uitstek wil ik u niet onthouden.
In mijn laatste jaar op het Karmelieten viel 1 april op een woensdag. Wij zaten in een van de lokalen in het huidige blok C (tweede lokaal achter de speelzaal) en wij vroegen aan onze leraar Engels, Mr. John De Groote, of we omwille van de eerste april het lokaal mochten verlaten omdat we ergens anders nodig waren. Zijn antwoord “Ik heb jullie niet zien vertrekken, ik weet van niets” kon tellen. Zo trokken we gewapend met enkele rollen wc-papier naar de parking. Wij kregen op dat moment Frans van een interimaris, Mevr. Marleen …, en die reed toen met een witte Volkswagen Golf. Wist u dat men met acht sterke beren een Volkswagen Golf kan optillen en verplaatsen? Na een korte inspanning stond haar voertuig op het rondpunt vooraan op de parking en begonnen we het vol goede moed in te pakken met toiletpapier.

Misschien kan je onze angst wel begrijpen als we ineens pater Gerulf zagen afkomen met een rustige, doch zelfverzekerde tred! Crisisoverleg bij ons: “Gasten, den boef is daar. Wat nu?”. De conclusie was er heel snel: weglopen had geen zin want hij had ons herkend, dus bleven we ter plaatse om onze straf (een ‘par coeur’ en wellicht meer) met min of meer geheven hoofd in ontvangst te nemen. Zijn woorden getuigden echter van die typische Karmelietensfeer en worden bij elke reünie nog eens herhaald: “Mannen, dat wc-papier blijft niet plakken. Wacht, ik ga tape halen !” Ongeloof maakte zich van ons meester, maar u begrijpt dat we deze reactie wel konden appreciëren!
Dit verhaal vat misschien wel de essentie van de karmelietensfeer: streng maar rechtvaardig, met een gezonde dosis humor.
PS: Achteraf hebben we natuurlijk uit eigen beweging het toiletpapier opgeruimd. Dat hoort er ook bij…
PS2: Wat we met de auto deden, weet ik niet meer…
PS3: Ik wil benadrukken dat ik onze leerlingen hiermee niet op ideeën wil brengen!

